e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlinderdasje strikje: strekskə (Neeroeteren) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) vlo: vluuj (Neeroeteren) vlo III-4-2
vloed, hoogtij vloed: vloed (Neeroeteren) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloertegel dalle (fr.): met stoottoon vgl. Fr. dalle Ver goan viêr uis hûs nûw dals loate lègke  dal (Neeroeteren), plavei: plevej (Neeroeteren), De wèèg noa de höl is möt gooj viêrnemes geplavejdsj  plevej (Neeroeteren) grote meestal cementen tegel || plavei || tegel III-2-1
vlug lopen bessemen: bɛsəmə (Neeroeteren), dabben: dabə (Neeroeteren) lopen: snel lopen [rekke, dabbere, op ne steile gaon] [N 10 (1961)] III-1-2
vlugger ju: jȳ (Neeroeteren) Voermansroep om het paard sneller te doen gaan. [N 8, 95g] I-10
vocht afscheiden snoeren: snērǝ (Neeroeteren) [N 8, 45, 46 en 48] I-9
vochtafscheiding uit de tepels als teken van zwangerschap (ze heeft) tippelen aan de demen: tepǝlǝ ān ǝ dīǝmǝ (Neeroeteren) Er zijn diverse uitdrukkingen ter aanduiding van de komende geboorte van het veulen. De eerste tekenen die op een naderende geboorte wijzen, zijn de volgende: de merrie wordt onrustig en drentelt door haar stal, terwijl ze regelmatig tekenen van krampen en pijn (weeën) vertoont. De hars die zich aan de spenen heeft gevormd, druipt er nu af en de banden zijn los, d.w.z. de spieren aan beide zijden van de staartwortel zijn slap. [N 8, 51] I-9
vod lommel: lommel (Neeroeteren, ... ), lômmel (Neeroeteren), schotelsplag: schoëtelsplak[g} (Neeroeteren) Vod. Met een vod afkuisen [ZND 37 (1941)] III-1-3
voddenkoopman voddenkramer: opkoper van vodden  voddenkriemer (Neeroeteren) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1