e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingooien (in een kuiltje) gooien: gūi̯ǝ (Neerpelt), in koter zetten: en kōtǝr zętǝ (Neerpelt) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inhalen voorbijsteken: vǝrbęi̯.stē̜.kǝn (Neerpelt) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inkappen, eerste slagen maken met de zicht aanmaaien: ǭǝn[maaien] (Neerpelt) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4
inkopen gaan doen op de markt naar de markt gaan: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  nə də ⁄mēͅrt gon om tə vərku(ə)pən (Neerpelt) inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)] III-3-1
inktpot inktpot: inktpot (Neerpelt) inktpot [ZND 45 (1946)] III-3-1
inkuilen graven: grā.vǝn (Neerpelt), in de kuil stoten: en dǝ kul stuǝtǝn (Neerpelt), kuilen: kulǝ (Neerpelt) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inkuipen inzouten: inzǫwtǝ (Neerpelt), tassen: tasǝ (Neerpelt), tasǝn (Neerpelt) De stukken vlees rangschikken in de houten kuip waarin ze bewaard worden. Volgens een aantal respondenten (L 163, 265, Q 118, 121, 198) worden de schenken op de bodem gelegd en daarbovenop het spek. Schouderstukken en poten worden ertussen gelegd (L 265). Bovenaan komen ook de ribben te liggen (L 330). [N 28, 111; monogr.] II-1
inleggen (in een voor) inleggen: enlęgǝ (Neerpelt), zetten: zętǝ (Neerpelt) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
innemen inpakken: iǝnpakǝn (Neerpelt), smaller maken: smaller maken (Neerpelt) Door het innaaien van zomen of plooien het kledingstuk nauwer maken. [N 62, 23a; MW] II-7
inrichting om de onderoven te verwarmen rooster: %%meervoud%%  rūstǝrz (Neerpelt) Gevraagd is in N 29, 5b naar "de driepikkel met rooster waarop het houtskool wordt gelegd om de onderoven te verwarmen", Daarom komen er ook "rooster"-opgaven voor. Wat het woordtype "douche" betreft moeten wij misschien denken aan een betekenis "warmwaterketel" (zie wbd ii afl. 1 blz. 75). [N 29, 5b] II-1