e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liberaal blauwe, een -: ’t is ne blauwe (Neerpelt), ’t is ne blauwen (Neerpelt) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lichaam: lichaam (Neerpelt), lijf: lijf (Neerpelt) het lichaam [ZND 30 (1939)] || lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht macht: maxt (Neerpelt, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht water: woͅətər (Neerpelt) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichtbonte koe bonte koe: bǫntǝ [koe] (Neerpelt) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b] I-11
lichte klei zavel: zāvǝl (Neerpelt) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichte nevel mist: mist (m.)  mest (Neerpelt) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lichte overjas demi-saison (fr.): demi-seson (Neerpelt) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] III-1-3
lichtgeraakt, kregel gauw geraakt: ook materiaal znd 28, 49  gauw gerakt (Neerpelt), gāw gerakt (Neerpelt), kitsig: ook materiaal znd 28, 49  kitsig (Neerpelt), kort van asem: ook materiaal znd 28, 49  koͅrt van asəm (Neerpelt), krikkel: ook materiaal znd 28, 49  krikkel (Neerpelt), kringelig: ook materiaal znd 28, 49  kreŋelig (Neerpelt) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: een lid (Neerpelt), vereenigingslid (Neerpelt) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1