18609 |
nachthemd |
nachthemd:
naechtheem (L312p Neerpelt)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
nachtkleed:
naechtkliêd (L312p Neerpelt)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtkleren:
naechtkliêr (L312p Neerpelt)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
17842 |
nachtmerrie |
nachtmaar:
naxtmeͅr (L312p Neerpelt)
|
nachtmerrie [ZND B1 (1940sq)]
III-1-2
|
23772 |
nachtmis |
nachtmis:
naachtmès (L312p Neerpelt)
|
De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24214 |
nachtzwaluw |
nachtzwalft:
nachtzwaleft (L312p Neerpelt)
|
nachtzwaluw
III-4-1
|
34179 |
nageboorte van de koe |
vuil:
vul (L312p Neerpelt),
vūl (L312p Neerpelt)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
33881 |
nageboorte van het paard |
(het) vuil:
t ˲vūl (L312p Neerpelt)
|
Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55]
I-9
|
25410 |
nagels verwijderen |
klauwtjes afdoen:
klowkǝs āvduŋ (L312p Neerpelt),
tenen aftrekken:
tiǝnǝ āftrɛkǝ (L312p Neerpelt)
|
De nagels worden meestal afgetrokken met de haak die aan de bovenkant van de krabber zit. Men kapt of snijdt ze ook wel af of wringt ze met de hand af. Alvorens de nagels te verwijderen houdt men ze in heet, zelfs kokend water. [N 28, 35; monogr.]
II-1
|
32986 |
nagewas |
herfst:
hɛrǝfst (L312p Neerpelt),
hɛrǝxst (L312p Neerpelt
[(vroeger)]
)
|
Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|