34153 |
niet behouden |
niet behouden:
ni bǝhāwǝ (L312p Neerpelt),
verschoten:
vǝrsxōtǝ (L312p Neerpelt)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
34154 |
niet drachtig |
leeg:
lē.x (L312p Neerpelt)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
slag:
slāx (L312p Neerpelt),
trekdeur:
tręk˱dø̄ ̞r (L312p Neerpelt)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
25391 |
niet goed gebroeid |
gekookt:
gɛkǫkt (L312p Neerpelt),
verbrand:
vǝrbrānt (L312p Neerpelt)
|
Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.]
II-1
|
21654 |
niet gunnen |
niet gunnen:
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
ni gə⁄gønt (L312p Neerpelt)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25386 |
niet meteen leegbloeden |
de hartader niet hebben:
dǝ hartowǝr ni hɛmǝn (L312p Neerpelt),
er langs zitten:
(men zegt) gi zit ǝr lɛŋs (L312p Neerpelt)
|
Soms bloedt een varken niet meteen leeg. omdat het niet goed gestoken is. Gevraagd was naar een uitdrukking voor dit niet meteen leegbloeden. Dit heeft voor het lemma tot gevolg gehad, dat er verschillende grammaticale categorieën te weten werkwoorden, zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, voltooide deelwoorden en zinnetjes in voorkomen. Bij een aantal woordtypen is het varken het subject, bij andere is subject de slachter en bij de overige woordtypen is subject het bloed, de ader of het hart. Deze verdeling is in het lemma aangebracht. [N 28, 15; monogr.]
II-1
|
20167 |
niet zindelijk |
slaat op "(--):
onnøt (L312p Neerpelt, ...
L312p Neerpelt)
|
onzindelijk (bestaat er een woord met on- gevormd ?) [ZND B1 (1940sq)]
III-2-2
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
nouwjoar (L312p Neerpelt)
|
1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
22616 |
nieuwjaar wensen |
nieuwjaar wensen:
nouwjoar wènsen (L312p Neerpelt)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
18122 |
nijdnagel |
gescheurde nagel:
nə gəsx"rdə nagəl (L312p Neerpelt),
nagelrand:
nāgəlrānt (L312p Neerpelt),
nijdnagel:
nitnagəl (L312p Neerpelt)
|
Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van van een vinger ? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel) [ZND 49 (1958)] || nijdnagel (bijwas aan de vingernagel) [ZND B1 (1940sq)] || stroopnagel (ingescheurd vlees aan de nagelrand) [N 10b (1961)]
III-1-2
|