e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

Gevonden: 4325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bewerken van het deeg op de werktafel droogkloppen: dryǝx klopǝ (Neerpelt), platslaan: platslǭn (Neerpelt) De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.] II-1
bewieroken wieroken: wieroken (Neerpelt) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolking de lucht is overlopen: de loecht is overlo(e)pen  də loxt es oͅvər⁄lupən (Neerpelt) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht bewolkte lucht: bewolkte lucht (Neerpelt, ... ), er zijn wolken: doͅ zin woͅləkənendəløxt, Yə zit Yeͅn stēͅrə (Neerpelt), vuile lucht: voel lucht (Neerpelt), wolkenlucht: moeilijk leesbaar: evt.zoel  woel lucht (Neerpelt), zware lucht: zwaar lucht (Neerpelt), zwaor lucht (Neerpelt) bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)] III-4-4
bezadigd kalm: ook materiaal znd 21, 18  kalme miens (Neerpelt) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bessem: bɛ̄.sǝm (Neerpelt), bezem: bɛsəm (Neerpelt, ... ), bɛ̝səm (Neerpelt) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND B1 (1940sq)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: stēl (Neerpelt) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig bezig: bēzəx meͅ doͅrsən (Neerpelt) bezig met dorsen (onledig, ollig ?) [ZND B2 (1940sq)] III-1-4
bezoeken bezoeken: bezuuken (Neerpelt) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bezorgen de (mijn) toer doen: dǝn tūr dūǝ (Neerpelt) Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr] II-1