25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
droogkloppen:
dryǝx klopǝ (L312p Neerpelt),
platslaan:
platslǭn (L312p Neerpelt)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
23560 |
bewieroken |
wieroken:
wieroken (L312p Neerpelt)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25231 |
bewolking |
de lucht is overlopen:
de loecht is overlo(e)pen
də loxt es oͅvər⁄lupən (L312p Neerpelt)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
bewolkte lucht:
bewolkte lucht (L312p Neerpelt, ...
L312p Neerpelt),
er zijn wolken:
doͅ zin woͅləkənendəløxt, Yə zit Yeͅn stēͅrə (L312p Neerpelt),
vuile lucht:
voel lucht (L312p Neerpelt),
wolkenlucht:
moeilijk leesbaar: evt.zoel
woel lucht (L312p Neerpelt),
zware lucht:
zwaar lucht (L312p Neerpelt),
zwaor lucht (L312p Neerpelt)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
kalm:
ook materiaal znd 21, 18
kalme miens (L312p Neerpelt)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛ̄.sǝm (L312p Neerpelt),
bezem:
bɛsəm (L312p Neerpelt, ...
L312p Neerpelt,
L312p Neerpelt),
bɛ̝səm (L312p Neerpelt)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND B1 (1940sq)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (L312p Neerpelt)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
19302 |
bezig |
bezig:
bēzəx meͅ doͅrsən (L312p Neerpelt)
|
bezig met dorsen (onledig, ollig ?) [ZND B2 (1940sq)]
III-1-4
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezuuken (L312p Neerpelt)
|
Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
25654 |
bezorgen |
de (mijn) toer doen:
dǝn tūr dūǝ (L312p Neerpelt)
|
Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr]
II-1
|