e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priester geestelijke: gistelèk (Neerpelt) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] III-3-3
priester gewijd worden gewijd worden: gewijd wèren (Neerpelt) Priester gewijd worden. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest priesterfeest: priesterfist (Neerpelt) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koewer (Neerpelt) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
priesterwijding priesterwijding: priesterwijing (Neerpelt) De Priesterwijding. [N 96D (1989)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pri.s (Neerpelt), pries (Neerpelt) Prijzen (mv). [Willems (1885)] || prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikdraad: pekdrǫǝt (Neerpelt), pikdrǭt (Neerpelt), pikkendraad: pikǝdrǫǝt (Neerpelt), pikkerdraad: pekǝrdrǭt (Neerpelt), pikǝrdrǫǝt (Neerpelt), pinnetjesdraad: penǝkǝsdrāt (Neerpelt), pęnǝkǝsdrǫǝt (Neerpelt) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol kapdop: kabdoͅp (Neerpelt), pindop: ənə pendoͅp (Neerpelt) Een priktol (werptol). [ZND B1 (1940sq)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2
processie processie (<lat.): perseessie (Neerpelt) De processie [bronk, persessie, protsessioën]. [N 96C (1989)] III-3-3
processie van maria-hemelvaart onze-lieve-vrouweprocessie: slievevrouwepersèssie (Neerpelt) De processie die op (zondag na) Maria Hemelvaart wordt gehouden. [N 96C (1989)] III-3-3