23856 |
processiepaaltjes in de grond slaan |
paaltjes slaan:
pölkes sloan (L312p Neerpelt)
|
Processiepaaltjes in de grond slaan [pöälchere zetse]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23858 |
processiestrooisel |
strooisel:
strouwsel (L312p Neerpelt),
strootjes:
bloemblaadjes
strouwkes (L312p Neerpelt)
|
Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)] || Strooisel bestaande uit bloemen, stukgesneden stengels en bladeren en stroopsel van varens waarmee de straten versierd worden [sjtreupsel]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23861 |
processievaantjes |
vlaggen:
vlaggen (L312p Neerpelt)
|
De vaandeltjes die in de processiestoet worden meegedragen [persessieveendelkes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
pryjvə (L312p Neerpelt)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23930 |
profeet |
profeet:
profieët (L312p Neerpelt)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
(van de kans profiteeren) (L312p Neerpelt),
hēͅj het van də ocaəsi gəproͅfətērt (L312p Neerpelt),
ich profiteer van de gelegenheid (L312p Neerpelt),
van de gelegenheid profiteeren (L312p Neerpelt, ...
L312p Neerpelt),
van də gəlègənhɛit profəterən (L312p Neerpelt),
vən də gəlègənhid profəterən (L312p Neerpelt)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploem (L312p Neerpelt, ...
L312p Neerpelt),
pluimpje:
plumke (L312p Neerpelt)
|
muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] || pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22310 |
proppenschieter |
schietpijp:
schietpieəp (L312p Neerpelt),
ən sXitpīp (L312p Neerpelt),
de j staat tussen haakjes
schietpiejp (L312p Neerpelt)
|
Een klakkebus (buis uit vlierhout, waarmee proppen worden weggeschoten). [ZND B1 (1940sq)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
sxap (L312p Neerpelt),
schapraai:
sxaprāi̯ (L312p Neerpelt)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
20911 |
pruim |
pruim:
proem (L312p Neerpelt)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|