17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
recht vooruitstuiken:
räxt føruwt stuwke (L312p Neerpelt)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
boonstokken:
buənstäk (L312p Neerpelt)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34093 |
rechterachterkwartier |
rechts achter:
rē̜xs āxtǝr (L312p Neerpelt)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
33764 |
rechterkant van het paard |
uiterhandse kant:
ūtǝransǝ kānt (L312p Neerpelt)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
rechts voor:
rē̜xs vø̄r (L312p Neerpelt)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|
22890 |
rechtsachter |
rechtsback (<eng.):
rechtsbak (L312p Neerpelt)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
17616 |
rechtstaande oren |
spitse oren:
spetsə uərə (L312p Neerpelt)
|
oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24082 |
rector |
proost (<lat.):
pröst (L312p Neerpelt),
rector (lat.):
rector (L312p Neerpelt)
|
Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rij (L312p Neerpelt)
|
rij [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
32868 |
reepje overschietend gras |
zwade-/zwaaibalk:
zwǭi̯balk (L312p Neerpelt)
|
Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96]
I-3
|