e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
seksen seksen: sɛksǝn (Neerpelt) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
selderij selderie: seͅldərii̯ (Neerpelt) [Goossens 1b (1960)] I-7
serge keperstof: keperstof (Neerpelt), serge: serge (Neerpelt) Licht gekeperde wollen stof waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Volgens de informant van Q 16 is sergette serge waarin zijde is verwerkt. [N 62, 75d; N 59, 201] II-7
sering balsamine: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  belzemien (Neerpelt), balsemien: 3x  belzemien (Neerpelt) sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)] I-7, III-4-3
servituut vaarweg: ne vaer weeg (Neerpelt), veldweg: veldweg (Neerpelt) Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)] III-3-1
sierlijke omslagdoek sjaal: sjal (Neerpelt) omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)] III-1-3
sigaar sigaar: sigaar (Neerpelt) sigaar [ZND 32 (1939)] III-2-3
sijs sijsje: sijsken (Neerpelt) sijs [Willems (1885)] III-4-1
sikkel sichel: sexǝl (Neerpelt), sixǝl (Neerpelt), sikkel: sekǝl (Neerpelt), sɛkǝl (Neerpelt), zichel: ze.xǝl (Neerpelt), zexǝl (Neerpelt), zixǝl (Neerpelt) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sinaasappel appelsien: appelsien (Neerpelt, ... ), apəlsin (Neerpelt, ... ) sinaasappel [ZND 40 (1942)] III-2-3