24472 |
boom (alg.) |
boom:
buəm (L312p Neerpelt)
|
boom [RND]
III-4-3
|
33511 |
boomgaard |
bogaard:
bogərt (L312p Neerpelt),
bōgərt (L312p Neerpelt)
|
boomgaard [ZND 22 (1936)]
I-7
|
24127 |
boomkruiper |
boomkruipertje:
boemkroeperke (L312p Neerpelt)
|
boomkruiper
III-4-1
|
24128 |
boomleeuwerik |
boomleeuwerik:
boemluwerik (L312p Neerpelt)
|
boomleeuwerik
III-4-1
|
24129 |
boompieper |
boompieper:
boempieper (L312p Neerpelt)
|
boompieper
III-4-1
|
24511 |
boomstronk |
soets:
suts (L312p Neerpelt),
tronk:
trōnk (L312p Neerpelt)
|
boomstronk, de stomp-met-wortels van een afgehakte boom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
34565 |
boomwagen |
nuts:
nøts (L312p Neerpelt)
|
Een kar die bestaat uit twee grote wielen, een as en een lange dissel. Deze kar wordt gebruikt om bomen en andere lange, zware voorwerpen te vervoeren, die men onder de as met een ketting bevestigt. De as tussen de wielen is niet recht, maar als een halve cirkel naar boven gebogen. De boomstam wordt boven in de halve cirkel opgehangen. De boomwagen wordt meestal door twee paarden.getrokken. In het grootste deel van Belgisch Limburg gebruikt men voor de boomwagen een benaming die tot het woordtype huurst kan worden herkend (zie Verstegen 1940). Omdat dit type zoveel vervormingen kende, is het hieronder opgesplitst in drie ondertypes (huts, uts, nuts). [N 17, 6 + 15b; N G, 51; N 50, 12b; JG 1d; L 1a-m; L 14, 20; L 32, 83; monogr.]
I-13
|
33280 |
boon, algemeen |
bonen:
buǝnǝ (L312p Neerpelt),
boon:
buǝn (L312p Neerpelt)
|
Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23]
I-5
|
28841 |
boordband |
boordelint:
bōrlēnt (L312p Neerpelt)
|
Het lint of de band waarmee men boordt. Boordband is geweven, niet rekkende naadband, gemaakt van katoen, zijde of synthetisch materiaal in een breedte van 1 cm (Het Beste Naaiboek, pag. 16). [N 62, 58a; N 59, 41; N 62, 58b; N 62, 58c; MW]
II-7
|
18698 |
boordenknoopje |
colknopje (<fr.):
kolknupke (L312p Neerpelt)
|
boordeknoopje [N 23 (1964)]
III-1-3
|