e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

Gevonden: 4325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enten enten: inten (Neerpelt), griffelen: griffelen (Neerpelt), gruffelen: grøfələn (Neerpelt) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
enter jaarling: jǭrleŋ (Neerpelt) Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] I-11
envelop envelop (<fr.): `n emvelop (Neerpelt), amvelop (Neerpelt), amvəlop (Neerpelt), anvelop (Neerpelt), een amvelop (Neerpelt), enveloppe (Neerpelt), omvelop (Neerpelt) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie ziekte die besmettelijk is: die ziekte is besmettelijk (Neerpelt), die ziekte is besmettelək (Neerpelt) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Neerpelt) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
erf aangeleg: āngəlēͅx (Neerpelt), geleg: gəlēͅx (Neerpelt), mesterhof: meͅstroͅ.f (Neerpelt), mesterik: meͅsdərek (Neerpelt), mesthof: meͅst(h)of (Neerpelt), plak: plak (Neerpelt), toeplak: tuplak (Neerpelt) I-7
erf en omliggende landerijen aangelag: ǭǝngǝlǭx (Neerpelt) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
ernstig gemeend: ’t is gemeend (Neerpelt), ’t is gemend (Neerpelt), ’t is gemènd (Neerpelt), menens: ’t is mènens (Neerpelt) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛ̄.rt (Neerpelt) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  es (Neerpelt) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3