e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerrepen

Overzicht

Gevonden: 220

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bromtol dop: dop (Neerrepen), oesdop?: [sic]  oesdop (Neerrepen) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van blik en bontgekleurd is? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)] III-3-2
bron born: boǝn (Neerrepen) Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8
brouwen bier maken: [bier] mākǝ (Neerrepen), brouwen: brǫwǝ (Neerrepen) Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.] II-2
brouwerij brouwerij: brouwerij (Neerrepen) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brug brug: brek (Neerrepen) een houten brug [ZND 22 (1936)] III-3-1
bruid bruid: 1a-m; 22, 29a;  broet (Neerrepen) bruid [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bredjes (Neerrepen) Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruidsjonker bruidsjong: 1a-m; 22, 29a; is dit juist?; zie bruidsjongen, -meisje; resp. noemt bruid gewoon "bruid  broedsjong (Neerrepen) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruiloft bruiloft: 1a-m; 22, 29b;  broelof (Neerrepen) bruiloft [ZND 01 (1922)] III-2-2
bui, regenbui schoer: sjoer (Neerrepen) bui, regen [ZND 01 (1922)] III-4-4