e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stad stad: štat (Nieuwenhagen) stad [RND] III-3-1
stadsomroeper omroeper: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  ŭmrōōpər (Nieuwenhagen) de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)] III-3-1
staf van de suisse staf: dr sjtaat (Nieuwenhagen), sjtaaf (Nieuwenhagen) De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)] III-3-3
stal stal: štal (Nieuwenhagen) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stalen neuzen in mijnschoenen stalen nazen: štoalǝ nāzǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Versteviging van de mijnschoen op de punt. Wanneer de stalen neus ontbreekt of loszit, voldoet de schoen niet meer aan de eisen. [N 95, 884; monogr.] II-5
stallen in de stal zetten: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  ĭ gŭnnə sjtāāl zèttə (Nieuwenhagen), koorbanken: kōēërbanke (Nieuwenhagen), kōēërbènk (Nieuwenhagen) [voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] || De koorbanken aan de zijkanten van het priesterkoor [stallen, stalles, koorstallen, koorstoelen, kanunnikenbanken]. [N 96A (1989)] III-3-1, III-3-3
stalmeststrooier mestspreider: [mest]šprei̯ǝr (Nieuwenhagen) Met de in dit lemma vermelde termen wordt het moderne werktuig bedoeld, waarmee de mest niet alleen vervoerd maar ook op het land verspreid wordt. [N 11, 28] I-1
stam van de boom stam: WBD/WLD  sjtàm (Nieuwenhagen) Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)] III-4-3
standbeeld standbeeld: sjtanbilt (Nieuwenhagen) standbeeld [RND] III-3-2
station statie (<lat.): Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  sjtāāsie (Nieuwenhagen), station: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  sjtàsiĕon (Nieuwenhagen) de plaats van aankomst en vertrek van treinen [station, statie, halte] [N 90 (1982)] III-3-1