e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stenen omheining schans: sjàns (Nieuwenhagen) een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)] III-2-1
sterven creperen: WBD/WLD  krepēērə (Nieuwenhagen), doodgaan: doeëd goa (Nieuwenhagen, ... ), dōēëdgaoë (Nieuwenhagen, ... ), WBD/WLD  dōēët gaoë (Nieuwenhagen), dōēët gaoə (Nieuwenhagen), hemelen: hiemele (Nieuwenhagen), hieëmele (Nieuwenhagen, ... ), kapotgaan: kapot˲goǝ (Nieuwenhagen), WBD/WLD  kàpòt gaoə (Nieuwenhagen), sterven: sjterve (Nieuwenhagen, ... ), sjtérreve (Nieuwenhagen, ... ), ⁄t sjtèrvə (Nieuwenhagen) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] || Doodgaan, gezegd van een dier. [N 38, 17b] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] || Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven van een mens [N 38 (1971)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)] I-11, III-2-2, III-4-2
sterven van een plant kapot gaan: kapot goa (Nieuwenhagen) sterven van een plant [N 38 (1971)] III-4-3
stervensgebed laatste vaderonzer: t letste fadrónzer (Nieuwenhagen), stervensgebed: sjtèrvesgebét (Nieuwenhagen) Een gebed voor een stervende, "stervensgebed"[sjtervejebed]. [N 96D (1989)] III-3-3
stevig, gezegd van voedsel stram: sjtràm (Nieuwenhagen) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiefdochter stiefdochter: sjteefdochter (Nieuwenhagen), stiefkind: meer gebruikelijk  sjteefkink (Nieuwenhagen) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefkinderen stiefkinder: sjteefkinger (Nieuwenhagen) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: sjteefmodder (Nieuwenhagen) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouderen: cf. WNT s.v. "ouder (I)"mv. ouders - ouderen (het laatste thans alleen in hoogere stijl)  sjteefouwere (Nieuwenhagen) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefvader stiefvader: sjteefvadder (Nieuwenhagen) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2