| 31264 |
voren |
voren:
vūrǝ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Met behulp van de gleufstaak of het voorijzer groeven in een metalen plaat maken. [N 64, 34e; N 66, 14e]
II-11
|
| 19712 |
vork |
fourchette:
forschet (Q117p Nieuwenhagen),
verschèt (Q117p Nieuwenhagen)
|
vork om mee te eten [Roukens 03 (1937)]
III-2-1
|
| 24033 |
vormbewijs |
vormbriefje:
vŭrmbrifke (Q117p Nieuwenhagen),
ee vormbrifke
t vormbrifke (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het bewijs dat men gevormd is, vormbriefje [firmbrifje]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 24032 |
vormeling |
vormeling:
vŭrmeling (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een vormeling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 24031 |
vormen |
vormen:
vorme (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
vŭrme (Q117p Nieuwenhagen)
|
Vormen, het Vormsel toedienen [firme, fierme]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23343 |
vormsel |
vormsel:
t vormsel (Q117p Nieuwenhagen),
vŭrmsel (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het Vormsel [firmoeng]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 25202 |
vorst, het vriezen |
gevreur:
gevruur (Q117p Nieuwenhagen),
vriezen, het -:
⁄t vrezen (Q117p Nieuwenhagen),
vrost:
vros (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 24397 |
vos |
vos:
vŏs (Q117p Nieuwenhagen)
|
vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)]
III-4-2
|
| 23508 |
votiefmis |
gestichte mis:
gesjtigte mèès (Q117p Nieuwenhagen),
stichting:
ing sjtichting (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een mis die gesticht is krachtens een gelofte, votiefmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21149 |
vrachtwagen |
vrachtwagen:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
vràgwāān (Q117p Nieuwenhagen)
|
een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)]
III-3-1
|