e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wapen wapen: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  wāāpə (Nieuwenhagen) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
wapenschild schild: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  sjīlt (Nieuwenhagen) een bord waarop een wapen [bijv. van een legeronderdeel] geschilderd is [schild, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
warm weerx warm (weer): waerm (Nieuwenhagen), wèèrm ? (Nieuwenhagen) warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
wasbord wasbred: wésjbrèt (Nieuwenhagen) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] III-2-1
wasgoed frisse was: frisjə wésch (Nieuwenhagen), frisjə wésj (Nieuwenhagen), reine was: reen-wesj (Nieuwenhagen), rēēn wésj (Nieuwenhagen), wasgoed: wesjgoot (Nieuwenhagen) Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] || wasgoed [DC 35 (1963)] III-2-1
waslokaal badlokaal: batlokāl (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]), waskouw: wɛškǫw (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]), waslokaal: wɛšlokāl (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]) Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71] II-5
wasserij wasserij: wɛšǝrēj (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Emma]) Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.] II-5
wastafel, wasbak wastafelbak: wɛštōͅfəlbak (Nieuwenhagen) wastafel [N 64 (1973)] III-2-1
wastafeltje in de sacristie lavabo (lat.): dr lavabo (Nieuwenhagen) Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)] III-3-3
wasvrouw wasvrouw: wèsjfrouw (Nieuwenhagen) Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] III-2-1