25295 |
fles, maat van ong. 0,8 liter |
fles:
flésj (Q117p Nieuwenhagen)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 0,8 liter [fles] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17989 |
flets |
sip:
sip (Q117p Nieuwenhagen)
|
Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18912 |
flink; flinke persoon |
flink:
flink (Q117p Nieuwenhagen)
|
geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18021 |
fluim |
gele, een -:
geal (Q117p Nieuwenhagen),
kaats:
kaatsch (Q117p Nieuwenhagen),
kaatsj (Q117p Nieuwenhagen),
kjāātsj (Q117p Nieuwenhagen),
koet:
koet (Q117p Nieuwenhagen)
|
fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] || opnemen om te wegen, om het gewicht te schatten [kwikke] [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18024 |
fluimen uitspuwen |
kaatsen:
kaatsje (Q117p Nieuwenhagen),
koeten:
kóéte (Q117p Nieuwenhagen)
|
spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24147 |
fluiter |
fluiter:
fleuter (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
fluiter || fluiter (12,5 alleen in hoge loofbossen; vrij zeldzaam; roep vrij luid [djuu-djuu]; zang onder het vliegen [tjip-tjip-tjip-tjirrrrrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34307 |
fokbeer |
fokbeer:
fokbeer (Q117p Nieuwenhagen),
fǫkbīr (Q117p Nieuwenhagen)
|
Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.]
I-12
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
flonkeren:
flŏŏnkərə (Q117p Nieuwenhagen),
fonkelen:
fŏŏnkələ (Q117p Nieuwenhagen),
sprankelen:
sjpránkələ (Q117p Nieuwenhagen)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
drinkgélt (Q117p Nieuwenhagen)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broĕne pāāter (Q117p Nieuwenhagen),
inne broene pater (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|