e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebit gebit: gebit (Nieuwenhagen), t gebit (Nieuwenhagen) gebit [N 10a (1961)] III-1-1
geboortefeest doopcaf: d"pkafīə (Nieuwenhagen), d"pkafə (Nieuwenhagen), kindercaf: kīngerkàffe (Nieuwenhagen) De feestelijke koffiemaaltijd die de kraamvrouw na de kerkgang thuis hield met de vrouwen uit de buurt [kindjeskoffie, kindjeskermis?]. [N 96B (1989)] || Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2
geboren worden geboren werden: gebōrə wééëdə (Nieuwenhagen), op de welt komen: òp də wèlt kōōmə (Nieuwenhagen) Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] III-2-2
gebreide kous strikhoos: sjrikhoas (Nieuwenhagen) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebrekkig spreken hakkelen: hàkkələ (Nieuwenhagen), haspelen: nāspələ (Nieuwenhagen), stamelen: sjtāāmələ (Nieuwenhagen), stotteren: sjtŏttərə (Nieuwenhagen) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gebruik gebruik: gəbrūək (Nieuwenhagen), gewoonte: gəwūndə (Nieuwenhagen), sitte (du.): zitə (Nieuwenhagen) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] III-3-2
geburen buurlui: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  būūrlūūj (Nieuwenhagen), nabuurschap: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  naobərsjáf (Nieuwenhagen) alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)] III-3-1
gecombineerde wals-, kraal-, fels-, kant- en buigmachine gecombineerde wals-zetbank: gecombineerde wals-zetbank (Nieuwenhagen) Machine die zo is geconstrueerd, dat er verschillende werkzaamheden zoals het walsen, omkralen, felsen en ombuigen van plaatmateriaal mee gedaan kunnen worden. Zie ook afb. 174. [N 64, 13e] II-11
gedeeltelijke opvulling slechte vulling: šlɛxtǝ vøleŋ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Willem-Sophia]) Methode van opvullen waarbij men open ruimten in de opvulling laat. Zie ook het lemma Gedeeltelijk Opvullen. [N 95, 554; N 95, 553] II-5
gedenken; gedachtenis gedenken: gədinkə (Nieuwenhagen) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4