e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemakkelijk einfach (du.): āinfàch (Nieuwenhagen), gemakkelijk: gəmèkkəlig (Nieuwenhagen, ... ), op zijn gemak: op zie gəmaak (Nieuwenhagen) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken gemakkelijkste manier: gəmèkkəlikstə mànēēr (Nieuwenhagen) de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)] III-1-4
gemaskerd persoon vastelavondsgek: vastəlōͅvənsgeͅk (Nieuwenhagen), verklede: vərkleͅidə (Nieuwenhagen) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] III-3-2
gemeen laag: līēëg (Nieuwenhagen), slecht: sjlèg (Nieuwenhagen), vies: vīēës (Nieuwenhagen) slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)] III-1-4
gemeentebelasting gemeentebelasting: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  gəmindəbəlásting (Nieuwenhagen) de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeenteheide gemeentehei: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  gəmĭndəhĭj (Nieuwenhagen) de gemeenteheide [aard] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  gəmĭndəhōēs (Nieuwenhagen) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeentesecretaris gemeentesecretaris: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  gəmĭndəsəkrətāāris (Nieuwenhagen) het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)] III-3-1
gemene vrouw helleveeg: hèllevééëg (Nieuwenhagen) een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] III-1-4
gemoed gemoed: gəmūūt (Nieuwenhagen), moed: mōōët (Nieuwenhagen), ziel: zīēël (Nieuwenhagen) het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4