23254 |
altaar |
altaar (<lat.):
ee altoar (Q117p Nieuwenhagen),
klemtoon op de tweede lettergreep
dr altāār (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23644 |
altaarbel |
schel:
de sjèl (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27698 |
ambtenaar |
beambte:
bǝamtǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Het algemene woord voor de ambtenaar op de mijn. Een woordtype als "pennelekker" is echter spottend bedoeld. Een schrijver zit op kantoor. [N 95, 140; monogr.]
II-5
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampŭl (Q117p Nieuwenhagen),
de ampulle (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
WBD/WLD
àngəl (Q117p Nieuwenhagen)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
kleine klok:
de kling klok (Q117p Nieuwenhagen)
|
De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23449 |
angelustorentje |
angelustoren:
dr angelus-toeëre (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19312 |
angst |
angst:
àngs (Q117p Nieuwenhagen),
schreck (du.):
sjrék (Q117p Nieuwenhagen),
stront:
cf. Weijnen Et. Wb. p. 181 s.v. "sjtronks"= stront
sjtrŏnks (Q117p Nieuwenhagen)
|
het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28394 |
anthraciet |
anthraciet:
antǝrsit (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Steenkool met minder dan tien procent vluchtige bestanddelen. [N 95, 468; N 95, 460; monogr.]
II-5
|
21829 |
antwoorden |
antwoord geven:
antwaoët gaeëvə (Q117p Nieuwenhagen)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|