e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heen en weer schuiven schuiven: sjūūvə (Nieuwenhagen), wemelen: wiemələ (Nieuwenhagen) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heer prins: prîns (Nieuwenhagen) heer [RND] III-3-1
heerbaan herenweg: hēērəwèg (Nieuwenhagen) een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)] III-3-1
hees, schor gram: graam (Nieuwenhagen, ... ) schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
hefboom van de stijlentrekker hevel/hebel: hēbǝl (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]) De hefboom waarmee het huis van een stijlentrekker langs de tandheugel kan worden bewogen. [N 95, 593] II-5
hefboomplaatschaar bandijzerknipscheer: bant˱īzǝrknepšīǝr (Nieuwenhagen) Lichte knipmachine voor plaatmateriaal dikker dan 2 mm. De hefboomplaatschaar bestaat uit een tussen twee platen gemonteerd mes dat door middel van een hefboom naar beneden kan worden gedrukt. Zie ook afb. 142a. Er is ook een uitvoering van dit werktuig waarbij het mes met behulp van een tandheugelconstructie op en neer kan worden bewogen. Vgl. afb. 142b. [N 64, 4] II-11
heien putten: pøtǝ (Nieuwenhagen) Bij het aanleggen van een pomp met behulp vanhet heiblok buizen in de grond slaan. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛheiblokɛ.' [N 64, 136] II-11
heilaarde, dichte zwarte grond zwarte leem: sjwattə lēēm (Nieuwenhagen) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4
heilig heilig: hillig (Nieuwenhagen, ... ) Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilig graf heilig graf: Hillig Graaf (Nieuwenhagen), hillig grāāf (Nieuwenhagen) De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)] III-3-3