e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in alle haast in aller ijl: in allər īēl (Nieuwenhagen) in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)] III-1-4
in de doodskist leggen kisten: kistə (Nieuwenhagen) een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)] III-2-2
in de moestuin werken gardenieren: gardeneere (Nieuwenhagen) [N P (1966)] I-7
in de ondergrond werken in gen kuil werken: e gǝn kul werkǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Eisden]) Algemene benaming voor het werken in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Andreetje in het woordtype "naar Andreetje gaan" duidt op de mijn "André Dumont" te Waterschei. [N 95, 115 add; monogr.; Vwo 429; N 95, 2] II-5
in de schil gekookte aardappelen zwelmannetjes: schwelmenkes (Nieuwenhagen) In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)] III-2-3
in lompen gekleed schabbig: sjöbbig gəklĭjt (Nieuwenhagen) in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3
in ondertrouw gaan in ondertrouw gaan: in oongərtròw gaoë (Nieuwenhagen), zich aangeven: zich āāgaeëvə (Nieuwenhagen) aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)] III-2-2
in verwachting zijn groot gaan: grōēët gaoë (Nieuwenhagen), zwanger: sjwàngər (Nieuwenhagen) Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)] III-2-2
in voorraad hebben: hāān (Nieuwenhagen), in voorraad: ps. boven de a moet nog een ? staan; deze combinatieletter kan ik niet maken!  in vūūraŏët (Nieuwenhagen) in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)] III-3-1
inbraak, stopmijnen inbraak: ebrāk (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale, Wilhelmina]) De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752] II-5