e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kienen kienen: kinə (Nieuwenhagen) Het spel waarbij de spelers elk één of meer kaarten hebben met daarop een aantal cijfers tussen 1 en 90. Die cijfers moeten opgevuld worden; ze worden willekeurig opgeroepen; winnaar is degene die het eerst een rij vol heeft [kienen, lotto, kienspel]. [N 88 (1982)] III-3-2
kies baktand: baktank (Nieuwenhagen), bàktànk (Nieuwenhagen) kies [DC 01 (1931)] III-1-1
kieskauwen met lange tanden eten: mit lang táng aete (Nieuwenhagen) zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)] III-2-3
kieskeurig zimperlich (du.): tsiĕmpərlig (Nieuwenhagen) niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kieskeurig persoon naas: (persoon!).  nāās (Nieuwenhagen) niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kietelen kietelen: kiedələ (Nieuwenhagen) Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kieuwen kieuwen: WBD/WLD  kieuw (Nieuwenhagen) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] III-4-2
kiezelbak kiezelbak: kizǝlbak (Nieuwenhagen) Bak die op het platte dak wordt geplaatst om te voorkomen dat tijdens regen het losliggende grind van de dakbedekking in de afvoer spoelt. [N 64, 155e] II-9
kiezen kiezen: kēēzə (Nieuwenhagen) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwakkerd: kwakət (Nieuwenhagen) kikvors, puit [RND] III-4-2