e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
materiaalwagen materiaalwagen: matǝrjālwān (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]) Mijnwagen waarmee gereedschap vervoerd kan worden. Een invuller uit Q 121 merkt over de "getuigwagen" op dat dit een mijnwagen met afsluitbaar deksel was, waarin gereedschap naar de ondergrondse magazijnen werd gestuurd. [N 95, 716; N 95, 677; monogr.] II-5
mathaak zichtehaak: zextǝhǭk (Nieuwenhagen) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
matrijs, holblok holblok: hǫlblǫk (Nieuwenhagen) Uitgehold blok hout dat dient als ondergrond wanneer met behulp van een hamer een bol of hol vlak in een metalen plaat wordt geklopt. Zie ook afb. 175. Verschillende informanten vermelden ook het gebruik van een loden plaat met één of meer uithollingen voor deze bewerking. De ank was volgens de informant uit L 329 een hardhouten blok in de vorm van een kubus. Elk vlak van deze kubus had een segmentvormige uitholling, steeds met een andere straal. [N 64, 33a; N 66, 5a] II-11
matrozenpakje matrozenpakje: matrozepekske (Nieuwenhagen) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
matsen combin (fr.) spelen: kombinə sjpīələ (Nieuwenhagen), samenspannen: sāməsjpanə (Nieuwenhagen) In het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen]. [N 88 (1982)] III-3-2
mayonaise mayonaise: màjjənéés (Nieuwenhagen) mayonaise [RND] III-2-3
mechanische pijler ploegpijler: plōxpęjlǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Emma]) Pijler waarin een machine zorgt voor het losmaken, laden en transporteren van de kolen. In de mijn van Eisden wordt volgens de invuller uit Q 7 in zo''n mechanische pijler een ploeg of een zaag gebruikt. [N 95, 282; N 95, 596; N 95, 598; monogr.] II-5
medaillon medaillon: mēēdàljŏn (Nieuwenhagen) rond, ovaal- of hartvormig sieraad waarin een portretje of iets dergelijks bewaard wordt [medaillon, mejonneke, boot, coulant] [N 86 (1981)] III-1-3
medelijden compassie: kompássie (Nieuwenhagen), metgevoel: mitgəveul (Nieuwenhagen), metlijden: mitlīējə (Nieuwenhagen) een gevoel van smart over het leed van andere mensen [medelijden, kompassie, deernis, deer] [N 85 (1981)] III-1-4
medische keuring keuring: kȳreŋ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) [N 95, 967] II-5