23682 |
meditatie |
meditatie (<fr.):
ing meditatie (Q117p Nieuwenhagen),
mēēdiĕtāāsie (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24421 |
meelmijt |
meelworm:
mealworm (Q117p Nieuwenhagen)
|
mijt die in vochtig meel leeft [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24422 |
meelworm, larve van de meeltor |
meelworm:
mealworm (Q117p Nieuwenhagen),
mealwórm (Q117p Nieuwenhagen)
|
meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
32759 |
meer dan een spade diep spitten |
twee steek (graven):
twīǝ štīǝk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Om de ondergrond los te maken of naar boven te halen, moet men dieper spitten dan normaal. Men kan dan bij het graven van een voor op elke "bovenste" steek een diepere steek laten volgen, ofwel een gewone voor spitten om deze vervolgens dieper uit te steken. [N 11, 66; N 11A, 148c + d; N 27, 10a add.]
I-1
|
32781 |
meerdelige eg |
dobbele [eg]:
dubǝl [eg] (Q117p Nieuwenhagen),
viervelds[eg]:
vērvɛlts˱[eg] (Q117p Nieuwenhagen)
|
Bedoeld wordt een combinatie van twee of meer eggen van dezelfde soort en grootte, die - naast elkaar liggend en meestal onderling verbonden, met haken of korte kettingen aan een gemeenschappelijke trekbalk bevestigd zijn; zie afb. 62. Zulk een combinatie werd gewoonlijk door twee paarden getrokken. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid drie ook varianten van het type ''drij''. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men het lemma ''eg''. [N 11, 67 + 76; N 11A, 162a + b; N J, 10 add.; div.; monogr.]
I-2
|
20407 |
meerderjarig |
mondig:
mŭndig (Q117p Nieuwenhagen)
|
meerderjarig; de leeftijd bereikt hebbend dat men in rechten zelfstandig kan optreden [meerderjarig, mondig] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
32635 |
meerscharige ploegen |
drieschaar:
drei̯šār (Q117p Nieuwenhagen),
tweeschaar:
twišār (Q117p Nieuwenhagen)
|
Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.]
I-1
|
23583 |
meerstemmige mis |
gezongen mis:
gesōōnge mèès (Q117p Nieuwenhagen),
meerstemmige mis:
ing mieësjtimmige mès (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27914 |
meesondersteuning |
meesbouw:
mēsbōw (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Houten ondersteuning bestaande uit twee van een mees voorziene houten stijlen en een halfhout dat als kap wordt gebruikt. [N 95, 320; monogr.]
II-5
|
21273 |
meester |
meester:
mestər (Q117p Nieuwenhagen)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|