e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mierenhoop aamzeikennest: aom zeeke-nés (Nieuwenhagen), oamzéke nes (Nieuwenhagen) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2
mijnarts knokendokter: knōkǝdǫktǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Zwartberg]), kuildokter: kuldǫktǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]) Op alle mijnen kende men een modern ingerichte verbandkamer. Onder leiding van een mijn- of bedrijfsarts werd hier voor geneeskundige behandeling gezorgd. [N 95, 952] II-5
mijngas slagenwetter: šlę̄xwętǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]) Een kleurloos, reukloos en smaakloos gas dat lichter is dan lucht, in bepaalde concentratie met lucht brandbaar of ontplofbaar en bij grote hoeveelheden verstikkend. Mijngas bevindt zich in de kool, het dak- en vloergesteente van de laag en in spleten en scheuren van het gesteente (MBK IV pag. 25). De term "gas" wordt in de Belgische mijnen slechts sporadisch gebruikt (Vanwonterghem pag. 114). [N 95, 229; monogr.; Vwo 336; Vwo 348] II-5
mijngasontploffing wetterslag: wętǝršlāx (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]) Een ontploffing van mijngas. [N 95, 235; monogr.] II-5
mijnhorloge kuiluur: kulūr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Emma]) [N 95, 67] II-5
mijnhout hout: hōt (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]) Algemene benaming voor al het in de mijn gebruikte hout. De opgaven die een specifieke soort hout aanduiden, bijvoorbeeld "kophouten", "spitsen", etc., zijn verplaatst naar de desbetreffende lemmata. [N 95, 311; monogr.] II-5
mijnhoutterrein houtlager: hōtlāgǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]), houtterrein: hōttręjn (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Terrein waar het hout ligt dat nodig is om de mijngangen te ondersteunen. [N 95, 36; monogr.] II-5
mijnkleding kuilkleder: kulklęjǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]) De benaming voor mijnkleren in het algemeen. Een informant uit Q 121 merkt op dat "kuilmontuur" de benaming was voor kleding die men ondergronds droeg. [N 95, 59; monogr.] II-5
mijnlocomotief loc: lok (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]), machine: mašiŋ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]) Locomotief voor het ondergronds bedrijf die wordt aangedreven door perslucht, elektriciteit of met behulp van een dieselmotor. De opgave "trolley" uit Q 12 voor de mijn in Eisden duidt een elektrische locomotief aan. [N 95, 700; monogr.; Vwo 283; Vwo 480; Vwo 481] II-5
mijnlucht loft: lof (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]) De in het ondergrondse gedeelte van de mijn voorkomende luchtmengsels (Heise/Herbst pag. 93). [N 95, 204; monogr.; N 95, 205; N 95, 206] II-5