17848 |
naar huis gaan |
naar heim gaan:
nao heem gao (Q117p Nieuwenhagen),
noa heim goa (Q117p Nieuwenhagen)
|
naar huis gaan [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
34013 |
naar links |
haar:
hār (Q117p Nieuwenhagen)
|
Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.]
I-10
|
23948 |
naaste |
evenmens:
ééëvemiensj (Q117p Nieuwenhagen),
nchste (du.):
nīēëkstə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23725 |
nabidden |
nabeden:
noa beëne (Q117p Nieuwenhagen),
noaebééëne (Q117p Nieuwenhagen)
|
Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21816 |
nabootsen |
na-apen:
naoëāāpə (Q117p Nieuwenhagen),
nadoen:
naoëdoeë (Q117p Nieuwenhagen)
|
iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27460 |
nabreken |
nabreken:
nǭǝbrē̜ǝkǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Gesteente uit het dak en eventueel uit de wanden wegnemen om op deze wijze toegedrukte galerijen en steengangen weer te verruimen. [N 95, 903; N 95, 390; N 95, 384; monogr.; Vwo 216; Vwo 537]
II-5
|
21843 |
nachtbraken |
brakelen:
bràGGələ (Q117p Nieuwenhagen),
durchzakken:
dŭrgzàkkə (Q117p Nieuwenhagen)
|
tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27264 |
nachtdienst |
nachtschicht:
naxšix (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Wilhelmina, Domaniale])
|
De dienst van 10 uur ''s avonds tot ''s anderendaags 6 uur in de morgen (Vanwonterghem pag.160, Defoin pag. 211). Volgens de informant van Q 15 kende de nachtdienst een vierkante penning. Het woordtype "televisieschicht" duidt volgens dezelfde invuller op het feit dat, wanneer deze dienst begon, het t.v.-programma was afgelopen. Ze begon twee uur later dan de normale nachtdienst en werd vooral gevuld met roofwerkzaamheden. Zie verder ook de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 118; monogr.; Vwo 539; Vwo 540]
II-5
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nachtegaal (Q117p Nieuwenhagen)
|
nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18608 |
nachtjapon |
nachtspon:
[sic]
naatspoem (Q117p Nieuwenhagen)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|