e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardestalzolder op de paardestal: op ˲dǝr pē ̞ǝdǝštāl (Nieuwenhagen) De zolder boven de paardestal, soms vanuit de schuur te bereiken. Meestal werd er hooi in bewaard; soms sliep de knecht er. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen het lemma "koestalzolder" (3.4.1). [N 5A, 73a; monogr.] I-6
paasbiecht <uitdr.> de ketel schuren: dr keëtel sjoeëre (Nieuwenhagen), paasbiecht: poasjbiech (Nieuwenhagen) De Paasbiecht. [N 96D (1989)] III-3-3
paaseieren zoeken eieren rapen: eiər rāāpə (Nieuwenhagen), eieren zoeken: eiər zēūkə (Nieuwenhagen), paaseieren rapen: Poasj-eier rape (Nieuwenhagen), paaseieren zoeken: Poasj-eier zeuke (Nieuwenhagen) Het gebruik om paaseieren te zoeken/rapen op Paaszaterdag, wanneer de uit Rome teruggekeerde klokken geluid hebben. [N 96C (1989)] III-3-2
paaskaars paaskaars: de paosjkeëts (Nieuwenhagen), poaëskééëts (Nieuwenhagen) De op Paaszaterdag gewijde kaars, de Paaskaars [oeësterkeëts, poaësjkeëts]. [N 96C (1989)] III-3-3
paaslammetje n paaslammetje].: inne eejöërige (Nieuwenhagen), mūūëleneer (Nieuwenhagen) Iemand die pas op het laatste moment (d.w.z. op Beloken Pasen) zijn paasplicht vervult [ne mölder, mulder [N 96D (1989)] III-3-3
paaszaterdag paaszaterdag: Poasj-Zamstig (Nieuwenhagen), Poasj-Zoaterdig (Nieuwenhagen), poaësjzàmstig (Nieuwenhagen), pōāësjzōādəsjtig (Nieuwenhagen) Goede Zaterdag, Paaszaterdag [Kaarzamstiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
pacht, vruchtgebruik tuis: tǭs (Nieuwenhagen) Onder pacht worden drie samenhangende betekenissen verstaan: 1. hetgeen de pachter betaalt: "de pacht betalen"; 2. het vruchtgebruik van de grond: "grond in pacht hebben"; 3. het contract: "de boer heeft nog twee jaar pacht". Tocht hangt, evenals de nevenvorm tucht, oorspronkelijk samen met trekken in de betekenis "telen"; leeftocht is dan "tocht ("vruchtgebruik, pachtcontract") voor het leven". Aan tuis, vergelijk Mnl. tuuscen "dobbelen; bedriegen; ruilen", correspondeert Du. tauschen. Belading en belader corresponderen met belasting. Het feest van Sint Remeis of Sint Remigius, wiens naamdag naar de Romeinse kalender op 1 oktober valt, wordt wel de "huurdag der boerenknechten en meiden" genoemd (naar Jongeneel, 54). Bij boermeste: pachtvergoeding in natura; in plaats van een pachtsom te betalen, mocht de boer het onderhavige land voor één jaar gebruiken, mits hij voor eigen rekening het land een goede organische bemesting gaf. [L 14, 6; L 32, 101; Wi 18; monogr.] I-6
pad kroddel: kroddel (Nieuwenhagen) pad [DC 07 (1939)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: pééëtjə (Nieuwenhagen), voetpad, voetpaadje: vōōtpàt (Nieuwenhagen), zandweg, zandweggetje: sànkwèg (Nieuwenhagen) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] III-3-1
paddestoel (alg.) paddestoel: padəšto.l (Nieuwenhagen) paddestoel [RND] III-4-3