e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parelen parelen: pāārele (Nieuwenhagen), perrele (Nieuwenhagen), sprudeln (du.): sjpōēdele (Nieuwenhagen) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum parfum: pārfŭŭm (Nieuwenhagen) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parochie parochie: ing pərŏchie (Nieuwenhagen), pfarre (du.): ing faar (Nieuwenhagen) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kykskǝ (Nieuwenhagen) [N 19, 40b] I-12
pasen pasen: Poasje (Nieuwenhagen), pōāësjə (Nieuwenhagen) Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
pasfoto pasfoto: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  pásfōōtōō (Nieuwenhagen) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
pasgeboren kalf nuchter kalf: nøxtǝr [kalf] (Nieuwenhagen) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
paspoort pas: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  pàs (Nieuwenhagen), pás (Nieuwenhagen) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen goed staan: gōōt staoə (Nieuwenhagen), passen: pàssə (Nieuwenhagen) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
passiezondag passiezondag: Passie-zóndig (Nieuwenhagen) De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)] III-3-3