27633 |
penningencontroleur, penningenontvanger |
penningenjong:
pęneŋǝjoŋ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Maurits])
|
De man die de penningen innam voor controle. [N 95, 47; N 95, 44; N 95, 125; monogr.]
II-5
|
27626 |
penningenlokaal |
penningenboede:
pęneŋǝbūt (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Maurits])
|
Lokaal waar men de dienstpenningen uitdeelde. Uit de woordtypen "portier" en "portiersloge" blijkt dat dat uitdelen ook door de portier kon gebeuren. De informant van Q 111 vermeldt dat de term "markenboede" vroeger werd gebruikt. [N 95, 5; monogr.]
II-5
|
20842 |
peper |
peper:
peëper (Q117p Nieuwenhagen),
pèper (Q117p Nieuwenhagen)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
īshelegə (Q117p Nieuwenhagen)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
27348 |
perslucht |
presloft:
prɛslof (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Samengeperste lucht, gebruikt voor de aandrijving van verschillende werktuigen. Volgens Lochtman (pag. 59) kende men twee soorten perslucht: hoge druk (ongeveer 175 atm) werd gebruikt voor de ondergrondse locomotieven en lage druk (ongeveer 6 atm) werd toegepast bij de aandrijving van luchthamers, schudgoten enz. [N 95, 820; monogr.; Vwo 293; Vwo 592; Vwo 593; Vwo 628; Vwo 631]
II-5
|
28216 |
persluchtlamp |
loftlamp:
loflamp (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Willem-Sophia]),
presloftlamp:
pręsloflamp (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Emma])
|
Elektrische lamp die de benodigde elektrische stroom ontvangt uit een aan de lamp bevestigde dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine. [N 95, 258; monogr.]
II-5
|
28044 |
persluchtleiding |
loftbuis:
lofbȳs (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Emma])
|
Metalen buisleiding die de perslucht ter plaatse brengt. Aan de persluchtleiding worden met behulp van gummislangen de luchthamers, boorhamers enz. aangesloten. [N 95, 824; monogr.; Vwo 294; Vwo 629; Vwo 630; Vwo 632]
II-5
|
28238 |
personenvervoer |
personenvervoer:
pǝrsōnǝvǝrvø̄r (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Algemene benaming voor het transport van personen. [N 95, 713; N 95, 611; monogr.]
II-5
|
19139 |
pesterij |
kwellerij:
də kwééëlerĕĕj (Q117p Nieuwenhagen),
plaag:
də plaog (Q117p Nieuwenhagen)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20410 |
petekind |
peetdochter:
pīēëtdogter (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
pééëtdogter (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
peetzoon:
pīēëtzoon (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
pééëtzoon (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
petekind:
pīēëtekink (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
pééëtekink (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
een peetdochter [N 96D (1989)] || een peetzoon [N 96D (1989)] || een petekind [patekink] [N 96D (1989)]
III-2-2
|