e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plug stop: što̜p (Nieuwenhagen) Kleine schroefbout met vierkante kop die wordt gebruikt voor het afsluiten van een buis. De plug wordt, in tegenstelling tot de kap, niet op, maar in het uiteinde van de buis vastgeschroefd. Zie ook afb. 270 en het lemma ɛkapɛ.' [N 64, 118e] II-11
plunderen plunderen: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  plŭndərə (Nieuwenhagen) als buit meenemen [pluimen, plunderen] [N 90 (1982)] III-3-1
poeder, pulver poeder: pŏĕiər (Nieuwenhagen), pulver: pólvər (Nieuwenhagen), stub: sjtŭp (Nieuwenhagen) tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)] III-4-4
pofbroek pompboks: pompboks (Nieuwenhagen) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
pofmouw pofmouw: poefmouw (Nieuwenhagen) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
polijsten polijsten: polīstǝ (Nieuwenhagen) Het metaal met fijn schuurmateriaal glad en glanzend maken. Het polijsten kan gebeuren met behulp van schuurlinnen, een polijstvijl, met polijstpoeder of met polijstpasta. Zie ook deze lemmata. De invuller uit Q 83 vermeldt ook het gebruik van staalwol (stuǝlwǫl) bij het polijstwerk. [N 64, 55a; monogr.] II-11
polijstpasta polijstpasta: polīspasta (Nieuwenhagen) Polijstmiddel in pastavorm voor metaal. [N 66, 39; N 33, 261a] II-11
politieagent blauwe, een ~: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  blāūwə (Nieuwenhagen), gendarme (fr.): Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  zjəndárrəm (Nieuwenhagen), police (fr.): Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  pliĕs (Nieuwenhagen) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pols pols: pols (Nieuwenhagen, ... ) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pompgat pomplok: pomplǭǝk (Nieuwenhagen) Het gat in het bovenste gedeelte van het pomphuis waarlangs het water in de pompuitloop kan stromen. In L 423 bestond de overgang tussen de pompuitloop en het pomphuis uit een geelkoperen verdikking die ɛschulpɛ (s0hp) werd genoemd.' [N 64, 133s; N 66, 49s] II-11