e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruziën slaande ruzie hebben: sjlaoëndə rūūzie hāān (Nieuwenhagen), sjlaoëndə rūūzie hà (Nieuwenhagen) ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
sabbelen knauwelen: knòwele (Nieuwenhagen) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsaltaar sacramentsaltaar: dr tsàkràmèntsàltāār (Nieuwenhagen), sacramentshuisje: t sakraments-hüske (Nieuwenhagen) Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)] III-3-3
sacramentsdag sacramentsdag: (t)sàkrəmèntsdāāg (Nieuwenhagen), Sacramentsdaag (Nieuwenhagen) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentshuisje sacramentshuisje: t sakraments-hüske (Nieuwenhagen) Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): Sacraments-processie (Nieuwenhagen), sàkrəmēntsprósèssie (Nieuwenhagen) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsweek sacramentsweek: tsákrámèntswééëk (Nieuwenhagen) Een sacramentenweek (iedere dag wordt een ander sacrament behandeld en daarbij passende geestelijke oefeningen gehouden]. [N 96B (1989)] III-3-3
sacristie sacristie: de sakristi-j (Nieuwenhagen), sàkristīē (Nieuwenhagen), tsàkristīē (Nieuwenhagen) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salamander viervoet: veervoot (Nieuwenhagen) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
salmiaksteen salmiaksteen: salmijakštē (Nieuwenhagen) Het blok salmiak waarlangs men vroeger de koperen bout streek, alvorens er soldeersel op aan te brengen. Salmiak of ammoniumchloride is een kleurloos zout, gevormd uit ammonia en zoutzuur. Het kan ook worden gebruikt om vuile soldeerbouten te reinigen. In Q 121 werd de soldeerbout schoongemaakt door hem even in afgelaten soldeerwater te houden. Dit was gemaakt uit zoutzuur waarin een stukje zink was opgelost. In L 321 werd met een kaars langs de soldeerbout gestreken, voordat het soldeersel erop werd aangebracht. [N 33, 201; N 64, 27d] II-11