28083 |
stijlentrekker |
holzräuber:
holtsrǫjbǝr (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Winterslag, Waterschei]),
ruckzuck:
ruktsuk (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Zwartberg, Eisden])
|
Werktuig waarmee ondersteuningen uit het ontkoolde pand kunnen worden weggetrokken. De stijlentrekker bestaat uit een tandheugel waarlangs het zogenaamde huis kan worden bewogen door middel van een hefboom. Aan het huis is een trekketting bevestigd die aan de te verwijderen stijl wordt vastgemaakt. [N 95, 591a; N 95, 591b; monogr.; N 95A, 13]
II-5
|
18014 |
stikken |
stikken:
sjtikkə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28196 |
stiklucht |
slechte loft:
šlɛxtǝ lof (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Emma])
|
Een mengsel van stikstof en koolzuurgas. [N 95, 231; monogr.]
II-5
|
25212 |
stille regen |
miezelregen:
mīēzəlréén (Q117p Nieuwenhagen)
|
stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17738 |
stinken |
ruiken:
rūūkə (Q117p Nieuwenhagen),
stinken:
sjtinkə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
19708 |
stoel |
bok:
bǫk (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia]),
stoel:
štōl (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641]
II-5
|
23437 |
stoelen op het priesterkoor |
koorstoelen:
de koeër-sjteul (Q117p Nieuwenhagen),
kōēërsjteul (Q117p Nieuwenhagen)
|
De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19659 |
stofblik |
blik:
blik (Q117p Nieuwenhagen),
troffel:
troefel (Q117p Nieuwenhagen)
|
Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)]
III-2-1
|
27819 |
stofbrij |
broei:
brøj (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Maurits]),
brø̜j (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
prats:
pratš (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Boorstof dat bij het boren met waterspoeling zich met het spoelwater bindt tot een brij. [N 95, 780]
II-5
|
27542 |
stofbril |
stubbril:
štøpbrēl (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale])
|
Wanneer men werkzaamheden verricht waarbij de kans bestaat dat men iets in het oog krijgt, is een stofbril of veiligheidsbril voorgeschreven. Zulke werkzaamheden zijn o.a. slopen, slijpen, blazend vullen en schoonblazen met perslucht. [N 95, 886]
II-5
|