17924 |
verfrommelen |
frommelen:
froemələ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
30470 |
verfstof |
dodekop:
duǝdǝkǫp (Q117p Nieuwenhagen)
|
De verfstof waarmee de smetlijn is besmeerd. 'Dodekop' is een rode kleurstof. Vgl. het lemma 'Droge verfstoffen'. [N 64, 159b]
II-9
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vərgāādərə (Q117p Nieuwenhagen)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vərgéétégtig (Q117p Nieuwenhagen)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19250 |
vergeetachtig persoon |
vergeetachtige:
vərgéétègtigə (Q117p Nieuwenhagen)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vərgééëvə (Q117p Nieuwenhagen),
vergiftigen:
vərgìftiggə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21412 |
verhaal |
geschichte (du.):
gəsjiĕgtə (Q117p Nieuwenhagen),
vertelseltje:
vertelselke (Q117p Nieuwenhagen)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] || verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
21152 |
verharde weg |
macadamweg:
màkàdámwèg (Q117p Nieuwenhagen)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
warmen:
wérme (Q117p Nieuwenhagen)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21726 |
verhoren |
ondervragen:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
ōōngərvaoëgə (Q117p Nieuwenhagen),
verhoren:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
vərhūūërə (Q117p Nieuwenhagen)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|