34574 |
wiel |
rad:
rat (Q117p Nieuwenhagen),
meervoud
rār (Q117p Nieuwenhagen)
|
Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.]
I-13
|
32813 |
wielen van de cultivator |
rader:
rār (Q117p Nieuwenhagen)
|
De wielcultivator, die van achteren steeds twee wielen heeft, wordt van voren ondersteund door een klein zwenkwiel ofwel - en dan betreft het meestal een zwaarder model - door een tweewielig voorstel. [N 11, 78a add.; N 11IA, 151; monogr.]
I-2
|
22412 |
wielerwedstrijd |
omloop:
ømlōp (Q117p Nieuwenhagen),
rennen:
reͅnə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23554 |
wierook |
wierook:
wierook (Q117p Nieuwenhagen),
wīērōōk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23556 |
wierookkorrels |
wierookkorreltjes:
wīērōōkkörrelkes (Q117p Nieuwenhagen),
wierookskorreltjes:
wierookskörrelkes (Q117p Nieuwenhagen),
wīērōōkskörrelkes (Q117p Nieuwenhagen)
|
Wierookkorrels. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23555 |
wierookvat |
wierooksvat:
t wierooksvaat (Q117p Nieuwenhagen),
wīērōōksvāāt (Q117p Nieuwenhagen),
wīērōōkvāāt (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27425 |
wig |
kijl:
kīl (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Taps toelopend houten blok dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld ijzeren ondersteuningen of schudgootmotoren vast te zetten. Het woordtype "bouwkijl" werd op de Domaniale mijn gebruikt voor een wig in galerij-ondersteuningen. [N 95, 346; N 95, 347; N 95, 332; monogr.; Vwo 209; Vwo 724]
II-5
|
18152 |
wijdbeens lopen |
met de benen uitereen lopen:
mit de bee oet tree loope (Q117p Nieuwenhagen)
|
lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
cape (eng.):
keep (Q117p Nieuwenhagen)
|
regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20852 |
wijn |
wijn:
wīēn (Q117p Nieuwenhagen)
|
wijn [RND]
III-2-3
|