23360 |
zijpad |
zijgang:
dr ziehgank (Q117p Nieuwenhagen),
ziĕgànk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24725 |
zijtak |
zijtak:
WBD/WLD
zietàk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24401 |
zilvervisje |
boekenworm:
bōōkəwurm (Q117p Nieuwenhagen)
|
zilvervisje: Hoe heet het zilverkleurige glanzende insect dat in huis op donkere, vochtige plaatsen voorkomt en leeft van papier, enz. Het is heel snel en lijkt zich voort te bewegen als een vis in het water (--, suikergast, boekworm). [N100 (1997)]
III-4-2
|
18816 |
zin (lust) |
zin:
zēēn (Q117p Nieuwenhagen),
zīn (Q117p Nieuwenhagen)
|
het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20166 |
zindelijk |
proper:
prāōpər (Q117p Nieuwenhagen)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22771 |
zingen |
fluiten:
flēūtə (Q117p Nieuwenhagen),
slaan:
sjlao (Q117p Nieuwenhagen),
zingen:
zingə (Q117p Nieuwenhagen)
|
het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
23502 |
zingende mis |
gezongen mis:
ing gezónge mès (Q117p Nieuwenhagen),
zingmis:
zēēngmèès (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27168 |
zink |
zink:
zeŋk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Blauwachtig-wit metaal dat in plaatvorm onder meer als dakbedekking wordt gebruikt. Vgl. het lemma "roevendak" in Wld ii.9, pag. 177. Wanneer het wordt verwarmd tot een temperatuur van 120 tot 1500 kan het worden gebogen, bijvoorbeeld tot pijpen, buizen en dakgoten. [N 64, 103 a-b; monogr.]
II-11
|
31189 |
zinkbewerker |
zinkwerker:
zeŋkwęrkǝr (Q117p Nieuwenhagen)
|
Ambachtsman die zink en blik verwerkt, dakgoten herstelt, etc. Een aantal opgaven kunnen mogelijk meer algemeen van toepassing zijn op een loodgieter. [N 64, 161b; L 34, 17a-b; monogr.; div.]
II-11
|
27974 |
zinken |
zinken:
zeŋkǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Een opgepofte vloer bijwerken en lager maken om op deze wijze de mijngang weer op hoogte te brengen. Volgens de invuller uit Q 15 hoefde men in dat geval de ondersteuning van de galerij niet te vernieuwen. [N 95, 389; N 95, 903; monogr.; Vwo 75; Vwo 541; Vwo 650; Vwo 870]
II-5
|