e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cirkelsnijmachine bodemsnijmachine: bǭmšnimašiŋ (Nieuwenhagen) Een met de hand bediende machine waarmee cirkels uit bladmetaal kunnen worden gesneden. Zie ook afb. 248. [N 64, 6] II-11
citroenvlinder koolwitje: WBD/WLD  kōōlwitjə (Nieuwenhagen) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
cocon pop: pòp (Nieuwenhagen), WBD/WLD  pòp (Nieuwenhagen, ... ) cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] III-4-2
cokes cokes: koks (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]), kōks (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Wilhelmina]) Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469] II-5
cokesfabriek cokesfabriek: kōksfabrik (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]) Bedrijfsgedeelte van een steenkoolmijn of hoogoven waar cokes geproduceerd worden. De informant van Q 111 vermeldt dat deze fabriek niet voorkwam op de Oranje-Nassaumijnen. Ditzelfde gold voor de mijn van Zolder, aldus de zegsman van K 361. Het woordtype "ammoniakfabriek" werd vroeger in Q 21 gebruikt voor het Stikstofbindingsbedrijf, het chemisch bedrijf van de Staatsmijnen. [N 95, 15] II-5
cokesovens cokesovens: (enk)  kōksǭǝvǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I]) Op de cokesfabrieken werd de cokes bereid door de gewassen vette fijnkolen, de cokeskolen, in luchtdicht afgesloten ovenkamers sterk te verhitten. Alleen reeds op de cokesfabriek Maurits beschikte men over 564 van deze ovenkamers (Steenkool 1953 pag. 242). Deze ovens tezamen vormden een bijna één kilometer lange, meer dan 12 meter brede en ca. 7 meter hoge band. Door de cokeskolen sterk te verhitten, zonder dat lucht en vuur deze kunnen bereiken, ontleden zij. Er komen gassen en dampen vrij die uit de oven ontwijken en voor verdere bewerking worden afgevoerd; in de ovens blijft de cokes achter. [N 95, 109] II-5
colbertjasje kort jasje: kot jeske (Nieuwenhagen) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
collectant centenvanger: sèntevènger (Nieuwenhagen), tsèntevènger (Nieuwenhagen), collectant (fr.): dr collectant (Nieuwenhagen) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecte collecte: de collecte (Nieuwenhagen), də kollèktə (Nieuwenhagen) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collectebakje centenbakje: sèntebèksjke (Nieuwenhagen), t centebeksjke (Nieuwenhagen) Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)] III-3-3