e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communietaart opzet: opzats (Nieuwenhagen) Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] III-2-3
communiezang communiegezang: dr communie-gezank (Nieuwenhagen), kemmūūniegezànk (Nieuwenhagen) Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)] III-3-3
compartiment coup (fr.): koepee (Nieuwenhagen), wagon (<eng.): wagong (Nieuwenhagen) compartiment [N 102 (1998)] III-3-1
completen completen (<lat.): de complete (Nieuwenhagen), op de oo staat ook nog een ´´- accent  de kŏŏmplēēte (Nieuwenhagen) De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)] III-3-3
compost drek: drɛk (Nieuwenhagen), mest van gen mesten: mes ˲va gǝn mestǝ (Nieuwenhagen) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
concubine concubine (fr.): kŏngkebieng (Nieuwenhagen), floes: ing flōēs (Nieuwenhagen) Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)] III-3-3
conferentie conferentie (<lat.): ing conferentie (Nieuwenhagen), konferenz (du.): kónferènts (Nieuwenhagen) Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
congregatie van de heilige familie congregatie van de heilige familie: kongregāāsie v.d. hĭlligə famīēlīē (Nieuwenhagen), heilige familie: de hillige familie (Nieuwenhagen), hĭlligə famīēlīē (Nieuwenhagen) De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)] III-3-3
consecratie consecratie (<lat.): de consecratie (Nieuwenhagen), de konsekrāāsĭe (Nieuwenhagen) De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
consecratiekaars consecratiekaars: de consecratie-keëts (Nieuwenhagen), de konsekrāāsĭekééëts (Nieuwenhagen) De consecratiekaars. [N 96B (1989)] III-3-3