20747 |
communietaart |
opzet:
opzats (Q117p Nieuwenhagen)
|
Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
23655 |
communiezang |
communiegezang:
dr communie-gezank (Q117p Nieuwenhagen),
kemmūūniegezànk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21224 |
compartiment |
coup (fr.):
koepee (Q117p Nieuwenhagen),
wagon (<eng.):
wagong (Q117p Nieuwenhagen)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
23664 |
completen |
completen (<lat.):
de complete (Q117p Nieuwenhagen),
op de oo staat ook nog een ´´- accent
de kŏŏmplēēte (Q117p Nieuwenhagen)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32598 |
compost |
drek:
drɛk (Q117p Nieuwenhagen),
mest van gen mesten:
mes ˲va gǝn mestǝ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
23975 |
concubine |
concubine (fr.):
kŏngkebieng (Q117p Nieuwenhagen),
floes:
ing flōēs (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
ing conferentie (Q117p Nieuwenhagen),
konferenz (du.):
kónferènts (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23891 |
congregatie van de heilige familie |
congregatie van de heilige familie:
kongregāāsie v.d. hĭlligə famīēlīē (Q117p Nieuwenhagen),
heilige familie:
de hillige familie (Q117p Nieuwenhagen),
hĭlligə famīēlīē (Q117p Nieuwenhagen)
|
De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
de consecratie (Q117p Nieuwenhagen),
de konsekrāāsĭe (Q117p Nieuwenhagen)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23646 |
consecratiekaars |
consecratiekaars:
de consecratie-keëts (Q117p Nieuwenhagen),
de konsekrāāsĭekééëts (Q117p Nieuwenhagen)
|
De consecratiekaars. [N 96B (1989)]
III-3-3
|