e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eenscharige ploeg, rondgaande ploeg, voetploeg, radploeg, karploeg brabander: brǫǝbɛ ̝ndǝr (Nieuwenhagen  [(voor het ploegen van de wendakkers)]  ) In dit lemma zijn de benamingen bijeengebracht voor a) de oude, houten, later ook ijzeren voetploeg, die in plaats van een schaats soms een wieltje had; b) de oude houten, later ook wel ijzeren karploeg waarmee men ofwel naar één kant, dus "rond" moest ploegen ofwel heen en weer kon ploegen, omdat kouter en riester op een naar rechts resp. naar links om te ploegen voor konden worden ingesteld. De oude ploeg kon, zoals de voetploeg in K 315, 353, 359 en Q 27 en de houten karploeg in L 115, ook gewoon "de ploeg" genoemd worden, omdat hij ter plaatse destijds het enige of meest gebruikte type was. Voor zijn opvolger, en met name de wentelploeg, kwam dan meestal een bijzondere term in gebruik. [N 11, 30 + 32c + 32e; N 11A, 67 + 68 + 69 + 75e + 78 + 97 + 114; N J, 10 add.; JG 1a + 1b; N 12, 25 add.; N 27, 14 + 15 add.; A 27, 24 add.; A 33 add.; div.; monogr.] I-1
eenvoudig einfach (du.): ainfách (Nieuwenhagen), gewoon: gəwēūn (Nieuwenhagen) zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)] III-1-4
eenzaam alleen: àlling (Nieuwenhagen), verlaten: vərlaoëtə (Nieuwenhagen) alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)] III-3-1
eer aan de vader eer zij de vader: t ere zij de vader (Nieuwenhagen) Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)] III-3-3
eerlijk eerlijk: īērlich (Nieuwenhagen) zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
eerlijk in het spel eerlijk: īrleg (Nieuwenhagen) Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)] III-3-2
eerste baardharen melksbaard: milksbaat (Nieuwenhagen), melksharen: milkshoare (Nieuwenhagen) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
eerste communie eerste communie (<lat.): de ieësjte kemūūnie (Nieuwenhagen), kleine communie (<lat.): de kling kemūnie (Nieuwenhagen) De eerste H. Communie. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste hulp eerste hulp: īštǝ hølp (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De eerste hulp bij ongelukken e.d. Volgens de informant uit Q 3 droeg iedere opzichter een kleine verbanddoos op zak en diende in voorkomende gevallen de eerste zorgen toe. [N 95, 950] II-5
eerste mis van de neomist eerste mis: de ieësjtemaes dōēë (Nieuwenhagen), primiz (du.): de premiets (Nieuwenhagen) De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)] III-3-3