32978 |
evene |
draft:
drǭvǝt (P117p Nieuwerkerken)
|
Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31]
I-4
|
19423 |
fakkel |
fakkel:
fakkel (P117p Nieuwerkerken)
|
In een licht ontvlambare stof gedrenkt stuk hout als verlichtingsmiddel (fakkel, toorts, askel, lont) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19142 |
fatsoenlijk |
fatsoenlijk:
Das inne fatsoenləke mins (P117p Nieuwerkerken)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
22431 |
feest |
feest:
fieəst (P117p Nieuwerkerken)
|
Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sinte-maarten:
sinte matte (P117p Nieuwerkerken)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
velo:
dé twie velooəs kome mekaondre aḁnt tegen (P117p Nieuwerkerken),
innə veeloo (P117p Nieuwerkerken),
innə velo (P117p Nieuwerkerken)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] || Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
18121 |
fijt |
fijt:
feiət (P117p Nieuwerkerken)
|
ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
23264 |
flambouw |
processielantaarn:
ieən processelantiaaən (P117p Nieuwerkerken),
ieən prosesseleteiən (P117p Nieuwerkerken)
|
Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
30800 |
flank |
flanken:
flaŋkǝ (P117p Nieuwerkerken)
|
Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10]
I-9
|
20838 |
flauw |
weps:
wɛps (P117p Nieuwerkerken)
|
flauw, smakeloos [RND]
III-2-3
|