e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwerkerken

Overzicht

Gevonden: 1691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flets flets: flets gezicht (Nieuwerkerken) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-2
flikflooien flikflooien: ook materiaal znd 23, 55  flikkefloeie (Nieuwerkerken), mouwstrijken: ook materiaal znd 23, 55  mijə strijəke (Nieuwerkerken) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: [grenst aan ontrondingsgebied -> fluim; *vlijm, flijm]  flijəm (Nieuwerkerken) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluisteren fezelen: Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.  fie[ə}zele (Nieuwerkerken) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluweel, velours velours: flūr (Nieuwerkerken) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) broek: ieən floere broek (Nieuwerkerken) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie veulensmerre: vølǝsmø̜rǝ (Nieuwerkerken) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug kurrenzog: kørǝzox (Nieuwerkerken) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi fooi: enkel als AN gebruikt voor drinkgeld  fooi (Nieuwerkerken) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fortuin maken fortuin maken: Hieə zal fərtuuən moake (Nieuwerkerken) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1