33270 |
koolzaadolie |
smout:
smā.t (P117p Nieuwerkerken)
|
De olie die uit koolzaad wordt geslagen. Al sinds lang gebeurt dit olieslaan uit kool-, raap- en lijnzaad niet meer op de boerderij, maar industrieel. In Limburg is smout de gebruikelijke term voor koolzaadolie; de idiotica en het WNT zijn wat ruimer: ook voor lijnzaadolie en zelfs voor plantaardige olie in het algemeen vindt men er de benaming ɛsmoutɛ, maar in het Truierlands heeft smout ook een zeer algemene betekenis, ook smeerolie wordt eronder verstaan. Bij raapsmout wordt, in Q 9 maar ook elders, uitdrukkelijk opgegeven: "ook koolzaadolie". [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
23216 |
koor |
koor:
de koeər va de kérk (P117p Nieuwerkerken)
|
Het (of de?) koor van de kerk. [ZND 28 (1938)]
III-3-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
kotse (P117p Nieuwerkerken),
kutsə (P117p Nieuwerkerken)
|
hij heeft (de) koorts [ZND 28 (1938)] || koorts [RND]
III-1-2
|
33806 |
koot |
koot:
kuǝt (P117p Nieuwerkerken)
|
Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16]
I-9
|
19856 |
kop |
kop:
kǫp (P117p Nieuwerkerken)
|
[JG 1a, 1b]
I-9
|
33063 |
kop van de schoof |
kop:
kǫp (P117p Nieuwerkerken)
|
De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b]
I-4
|
25412 |
kop verwijderen |
kop afsnijden:
kǫp afsnē̜ (P117p Nieuwerkerken)
|
Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.]
II-1
|
33137 |
kopdorser |
kopdorser:
kǫp˱dǫsǝr (P117p Nieuwerkerken)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
19582 |
kopje |
jatte (fr.):
djats (P117p Nieuwerkerken)
|
kopje, tas [ZND 28 (1938)]
III-2-1
|
19325 |
koppig |
koppig:
ook materiaal znd 28, 31
kəppig (P117p Nieuwerkerken)
|
koppig [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|