e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwerkerken

Overzicht

Gevonden: 1691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreeft kreeft: ook in ZND 28, 048  krieəft (Nieuwerkerken) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krentebroeəd (Nieuwerkerken) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreunen van de pijn kreunen: kruuənt (Nieuwerkerken) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kribbebijter kribbijter: krøbē̜ǝ.tǝr (Nieuwerkerken) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
kriel kriel: krel (Nieuwerkerken), kril (Nieuwerkerken) Het op twee na fijnste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kriel grover dan boulté en fijner dan kortmeel. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ en ɛbuilmolenɛ. Een aantal molenaars (Q 95, Q 176, Q 188, Q 241) maakt geen onderscheid tussen de verschilende soorten die tussen ɛbloemɛ en ɛzemelenɛ worden aangetroffen. Zij die wel verschillende benamingen gebruiken, noemen kriel en biest datgene wat het dichtste bij meel staat.' [JG 1b; Vds 248; Jan 243; Coe 220; Grof 247; N O, 38e] II-3
krijgertje spelen katje spelen: ketje spelen (Nieuwerkerken), tuis maken: tuus moake (Nieuwerkerken) Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] III-3-2
kruien vervoeren: vǝrvȳrǝ (Nieuwerkerken) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: krijk (Nieuwerkerken) kruik [ZND 29 (1938)] III-2-1
kruimel greumel: greemel broeət (Nieuwerkerken) kruimel brood [ZND 36 (1941)] III-2-3
kruin kruin: krijn (Nieuwerkerken) de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)] III-1-1