e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mouwlengte mouwlengte: mulęŋtǝ (Nieuwstadt) Dames- en herenmaat, genomen bij en na de halve rugbreedte en de ellebooglengte. Zie afb. 25. [N 59, 47a; N 62, 2b] II-7
mouwomslag, manchet manchet: manšęt (Nieuwstadt) Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW] II-7
mouwplank mouwplank: muwplaŋk (Nieuwstadt) De mouwplank gebruikt men voor het openpersen van de mouwnaden; zij wordt daartoe in de mouwen gestoken. De informant van L 416 zegt een mouwplank met één poot te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ. Zie afb. 16.' [N 59, 19d] II-7
mouwsplitje split: šplet (Nieuwstadt) Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a] II-7
mouwvoering aannaaien aanslaan: ānšlǭn (Nieuwstadt) De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127] II-7
mug mug: mök (Nieuwstadt) steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
muizen muizen: moeze (Nieuwstadt) Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] III-2-1
muurbloem muurbloem: -  moerbloum (Nieuwstadt) muurbloem [DC 17 (1949)] III-4-3
muziekinstrument muziekje: meziekske (Nieuwstadt) Een instrument waarmee muziek gemaakt kan worden [instrument, muziekje]. [N 90 (1982)] III-3-2
muzikant muzikant: muzikant (Nieuwstadt) Iemand die een muziekinstrument bespeelt of muziek componeert [musicus, muzikant]. [N 90 (1982)] III-3-2