e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nauw, eng leeg: leeg (Nieuwstadt) klein van in- of doorgang, niet wijd, met weinig ruimte [bekremmeld, eng, strang, nauw] [N 91 (1982)] III-4-4
navel navel: navel (Nieuwstadt) Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)] III-1-1
neerbraak neerbraak: nęjrbrāk (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een blinde schacht die in benedenwaartse richting wordt gedreven. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata Blinde Schacht, Tussenschacht en Opbraak. [N 95, 184; N 95, 78; monogr.; Vwo 544] II-5
negenoog negenoger: neugenuiger (Nieuwstadt) Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
nek nek: nak (Nieuwstadt) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nerf van een blad nerven: nerve (Nieuwstadt) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest, hoeveelheid jongen toom: toum (Nieuwstadt) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestelen nestje maken: nisjke make (Nieuwstadt) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] III-4-1
nestelgaatje (bij knoopsgat) nestelgaatje: nɛstǝlgęǝtjǝ (Nieuwstadt) Het peervormige gaatje aan de voorkant van een knoopsgat. [N 59, 140] II-7
netmaag netmaag: nē̜tmāx (Nieuwstadt) De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b] I-11