21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
beslag leggen:
besjlaag legge (L433p Nieuwstadt)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28967 |
in de lucht naaien |
in de locht naaien:
en dǝ lōx nēǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b]
II-7
|
18227 |
in lompen gekleed |
met lommelen aan:
mit lömmele aan (L433p Nieuwstadt)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aantekenen:
aanteikene (L433p Nieuwstadt)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18525 |
in stof geplaatste zak |
tas:
tesj (L433p Nieuwstadt)
|
een in de stof geplaatste zak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
21856 |
in voorraad |
op voorraad:
op veurraod (L433p Nieuwstadt)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
inbraak:
inbraak (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
28396 |
industriekool |
gaskolen:
gāskǭlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
gasvlamkolen:
gāsvlamkǭlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
vetkolen:
vɛtkǭlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
vlamkolen:
vlamkǭlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.]
II-5
|
27236 |
ingenieur |
ingenieur:
enžǝnjø̄r (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.]
II-5
|
28135 |
ingestorte pijler |
de ouwe:
dǝn ǫwǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Een door steenval ingestorte pijler. [N 95, 545]
II-5
|