| 20827 |
inzouten |
vlees inzouten:
vleisj inzaute (L433p Nieuwstadt),
vlees pekelen:
vleisj peekele (L433p Nieuwstadt)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor het inzouten van het vlees? [N 104 (2000)]
III-2-3
|
| 23514 |
jaargetijde |
jaardienst:
joardeins (L433p Nieuwstadt)
|
Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21851 |
jaarmarkt |
jaarmarkt:
jaormert (L433p Nieuwstadt)
|
de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 18539 |
jachtpak |
jagerspak:
jāegerspak (L433p Nieuwstadt)
|
het jachtcostuum [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 18560 |
jagersjas |
tirolerjas:
tiroler jas (L433p Nieuwstadt)
|
groene jas met een plooi in de rug [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 18996 |
jaloers |
jaloers:
sjloes zeen (L433p Nieuwstadt)
|
een andere om iets benijdend [jaloers, afgunstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20548 |
jam |
gelei:
sjlei (L433p Nieuwstadt),
jam:
sjèm (L433p Nieuwstadt)
|
jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 19039 |
jammer |
jammer:
det is jao:mer (L433p Nieuwstadt),
zonde:
det is zunj (L433p Nieuwstadt)
|
jammer [zund] [N 07 (1961)]
III-1-4
|
| 19927 |
janken |
janken:
janke (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt u een klagelijk hoog geluid voortbrengen, maar minder luid dan bij 018c (jonkelen, janken, kajiten, kajankelen, jammen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 21146 |
janplezier |
bolderwagen:
bolderwage (L433p Nieuwstadt)
|
een grote open wagen met dwarsbanken [bankwagen, sjarban, jan-plezier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|