e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leurder <omschr.> een die langs de deuren gaat: eine dè langs de deure ging (Nieuwstadt) leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
leuren langs de deuren gaan: langs de deure gaon (Nieuwstadt) leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)] III-3-1
leverworst leverworst: laeverwoosj (Nieuwstadt), lèèverwoosj (Nieuwstadt), léévərwoosj (Nieuwstadt) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
libel en waterjuffer snijder: sjchnieder (Nieuwstadt) libel, alg. [DC 27 (1955)] III-4-2
licht vriezen een beetje rijmen: ⁄n bitje riemen (Nieuwstadt), een beetje vriezen: ut vrus ə bitsjkə (Nieuwstadt) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lidmaatschapsboekje lidmaatschapsboekje: letmātšapsbø̜jkskǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Domaniale]) Lidmaatschapsboekje van de vakbond. [N 95, 983] II-5
liefkozen keuren: kēūre (Nieuwstadt) zijn liefde of genegenheid kenbaar maken door iemand te strelen of aan te halen [koekelen, fikfakken] [N 85 (1981)] III-1-4
liegen liegen: leige (Nieuwstadt) bewust onwaarheden vertellen [leugen, liegen, leugenen, floersen, gekken] [N 85 (1981)] III-3-1
lieveheersbeestje lievevrouwehennetje: levrouwehändje (Nieuwstadt), vrouwehennetje: vrouwenhendje (Nieuwstadt) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2
lijden elend lijden: élendj lieje (Nieuwstadt) een onaangename toestand verduren [lijden, onderstaan] [N 85 (1981)] III-1-4