20254 |
lijkenhuisje |
lijkenhuisje:
liekenhuske (L433p Nieuwstadt)
|
Het gebouwtje op of bij het kerkhof, waar de lijkbaar staat en waar men vroeger zo nodig een lijk tijdelijk onderbracht [lijkenhuisje, liek(e)huuske, dodenhuisje, doeëdehuus-je?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22329 |
lijn waar het spel begint |
streep:
sjtreep (L433p Nieuwstadt)
|
De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24567 |
lijsterbes |
duivelskers:
-
duvelskaesj (L433p Nieuwstadt)
|
lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)]
III-4-3
|
20492 |
likken |
lekken:
lekke (L433p Nieuwstadt),
lèkkə (L433p Nieuwstadt)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21478 |
liniaal |
liniaal:
linijaal (L433p Nieuwstadt)
|
een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17867 |
links, linkshandig |
links:
lènks (L433p Nieuwstadt)
|
Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)]
III-1-2
|
22888 |
linksachter |
linksback (<eng.):
(= back)
lènksbek (L433p Nieuwstadt)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
17869 |
linkshandig persoon |
linkse, een -:
lènkse (L433p Nieuwstadt)
|
Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)]
III-1-2
|
22881 |
linksvoor |
linksbuiten:
lènksboete (L433p Nieuwstadt)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
17617 |
lip |
lip:
lup (L433p Nieuwstadt)
|
lip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|